Wereldkampioene Sanne Cant kijkt uit naar de Brico Cross in Lokeren

“Rapencross is uitdagend”

“Ik wil goed zijn van september tot en met februari.”
Sanne Cant laat er geen misverstand over bestaan. Wie de komende maanden ergens een veldrit wil winnen zal in eerste instantie voorbij de wereldkampioene moeten. “Zeg nu zelf: met die mooie trui om je schouders kan je jezelf toch geen snipperdag permitteren?”

Het seizoen van Sanne Cant begon op 16 september in de Brico Cross van Geraardsbergen. Pas op het einde van februari wordt in Oostmalle een punt gezet achter de veldritbedrijvigheid van de dubbele wereldkampioene. En tussendoor wordt (nagenoeg) alles meegepakt. “Als ik de twee weekends zonder klassementscross oversla kom ik uit op achtendertig veldritten”, klinkt het. “Misschien knijpt ik er in die periode wel even tussenuit voor een stage op Spaanse bodem. Al kan het best dat ik er links of rechts toch nog één of twee bij plak. (Lacht) Dan kom ik uit in de buurt van veertig.”
‘Pieken’ is een werkwoord dat niet in het woordenboek van Sanne Cant opduikt. Terecht, want het verleden bewees dat de Lilse zelfs met die drukbezette kalender in topvorm aan de start van de kampioenschappen verschijnt. “Dus zie ik geen reden om te sleutelen aan die aanpak. Tenzij de omstandigheden me ertoe zouden dwingen, natuurlijk. Maar daar ga ik niet vanuit.”

Verstoorde voorbereiding
Is er voor de rest dan niks nieuws onder de zon voor Sanne Cant? Toch wel. Want voor het eerst in jaren verliep de zomerse aanloop naar het veldritseizoen niet zonder horten en stoten. Wisselvalligheid was troef in de resultaten van de Kempense. Een gevolg van twee zware valpartijen. “Ik begon met trainingsachterstand aan de voorbereiding op het seizoen, omdat ik in de slotwedstrijd van het veldritseizoen, de Sluitingsprijs van Oostmalle, zwaar ten val was gekomen. Ik verraste mezelf dus door plots derde te worden in het Belgisch kampioenschap op de weg in Binche, dat mag je wel zeggen. Net toen het met de conditie de goeie kant leek uit te gaan sloeg het onheil opnieuw toe. In een Tsjechische rittenkoers blesseerde ik me opnieuw aan de knie. Resultaat: ik kon geen rol van betekenis spelen op het EK op de weg in Glasgow, een wedstrijd waarvoor ik geselecteerd was. Qua trainingen was het dus allemaal wat improvisatiewerk, af en toe. Maar dat hoeft niet per definitie een nadeel te zijn. Af en toe eens afwijken van de traditionele voorbereiding op een veldritwinter kan ook wel eens verfrissend werken.”

Zonder blinddoek
Afwijken van de gebaande wegen – letterlijk, in dit geval – doet Sanne Cant ook op 13 oktober, wanneer ze voor het eerst aan de start verschijnt in de Rapencross. Een veldrit afwerken op een nagelnieuw parcours, de wereldkampioene kijkt er naar uit. “Ik cross al van kindsbeen af. Je mag dus wel stellen dat ik overal al meerdere keren ben geweest. Er zijn parcoursen die ik bij wijze van spreken geblinddoekt kan afleggen, omlopen waarin ik elke bocht en elke hindernis vooraf al weet liggen. Dan is het gewoon leuk als je voor één keertje eens met iets nieuws geconfronteerd kan worden. Uitdagend, dat is het juiste woord. En ook al bekijk ik de evolutie van mijn ambities dit seizoen van weekend tot weekend: je kan nu al opschrijven dat ik in Lokeren gemotiveerd aan de start zal staan.”